Volgens de overlevering verscheen de Maagd Maria in 1531 aan de inheemse Juan Diego op de heuvel van Tepeyac. Zij vroeg hem een tempel te laten bouwen. Als teken liet zij in de winter rozen bloeien en legde die in zijn ayate (een mantel van agavevezels). Toen hij de mantel ontvouwde, verscheen haar beeltenis daarop. Sindsdien begeleidt zij feesten, rouw en migratie en staat zij voor identiteit, troost en hoop.