Wie kent het beeld niet van de optocht van Afro-Surinaamse vrouwen met prachtige hoofddoeken (angisa) volumineuze rokken (koto) en wijduitstaande jasjes (yaki) die op 1 juli door Amsterdam wandelen op weg naar het Oosterpark. Daar wordt het jaarlijkse bevrijdingsfeest Keti Koti, gebroken ketenen, gevierd; de afschaffing van slavernij in Suriname die in 1863 op die dag plaatsvond.
Afro-Surinaamse vrouwen die een koto dragen worden kotomisi genoemd; misi betekent mevrouw. De rokken staan wijd uit, door stijfsel maar ook doordat er vaak meerdere rokken onder zitten: een koto hoort veel volume te hebben. De kledingstukken kunnen dezelfde print hebben, (h)eristel, maar ook van verschillende stoffen gemaakt zijn. De Surinaamse vlag is een populaire print.