Voor de oorlog verbleven er naar schatting enkele tienduizenden Indo-Europeanen (mensen met Aziatische en Europese voorouders), duizenden in voormalig Nederlands-Indië geboren Nederlanders (ook wel totoks genoemd) en ca. 1000 Indonesiërs in Nederland. Deze gemeenschappen hebben zich sterk verzet tegen het fascisme. 11% van de Engelandvaarders kwam uit het toenmalige Nederlands-Indië, net als 207 van de 900 Nederlanders die in de Royal Air Force dienden. En ongeveer 100 van 150 Indonesische studenten werden actief in het verzet.
Indisch verzet
Verhalen over heldendaden in de Tweede Wereldoorlog gaan over moedige Nederlandse verzetshelden, Engelandvaarders en strijdkrachten. Minder bekend is dat relatief veel mannen en vrouwen uit de Indische en Indonesische gemeenschappen een belangrijke rol speelden in die strijd tegen de Duitse bezetters. Sommige van die heldendaden zijn zelfs verfilmd, maar dat daar Indische mannen en vrouwen achter zaten weet niet iedereen. In dit wereldverhaal lees je hier meer over.
Auteur: Marijke Kunst
Een onbekende strijd tegen het fascisme
Weinig tot niet belicht
Maar die Indische en Indonesische deelname aan de strijd tegen de Duitse bezetters wordt weinig tot niet belicht. Na de oorlog benadrukten ze hun Indische achtergrond niet, ook niet in autobiografische boeken. Ze beschouwden zichzelf in de eerste plaats als Nederlanders. De laatste jaren is er meer aandacht voor de belangrijke rol die zij speelden in de strijd tegen de Duitse bezetter. Degenen die zich inzetten voor een onafhankelijk Indonesië streden eerst tegen het fascisme.
Indisch verzet in Nederland
Ook Indische soldaten en piloten verdedigden Nederland tijdens de Duitse inval op 10 mei 1940 en werden gemobiliseerd. Ze vochten mee tijdens D-Day, de Slag om Arnhem en de Bevrijding van Nederland.
In een brief aan zijn ouders in Indië schrijft Rudi Jansz:
’Zoals jullie weten was ik bij de luchtdoel-artillerie ten noorden van IJmuiden, toen de oorlog uitbrak. We hebben op Duitse vliegtuigen geschoten en zij op ons. Ik heb werkelijk mijn best gedaan als hoogtemeter en de hele batterij was trots op me. We haalden 35 toestellen uit de lucht in die vijf dagen. Ik zal nooit de eerste oorlogsuren vergeten, toen er voor het eerst van mijn leven op mij geschoten werd en ik de kogels om mij heen werkelijk hoorde ‘fluiten'. De zinneloze angst eerst, gewond of gedood te worden, die onmiddellijk weggedrukt werd door andere opkomende gevoelens, als schaamte je bang te tonen, woede om de onsportieve manier van aanvallen, een barbaarse lust om dat fascistische gespuis uit te roeien. Later een rustige, bijna fatalistische gelatenheid, en het besef, dat je je lot niet in eigen hand hebt. Toen heb ik de dood leren kennen en was er vertrouwd mee geraakt.’
(De overkant – een zoektocht, Ernst Jansz, 1985)
Sara Maria Walbeehm
Mannen en vrouwen met een Indische achtergrond namen deel aan gevechtshandelingen, vervalsen van identiteitsbewijzen en distributiebonnen, overvallen op distributiekantoren en bevolkingsregisters, knokploegen, illegale pers en spionage. Vrouwen hielpen vooral bij hulp aan onderduikers en koerierswerk.
Indische vrouwen hielpen vooral bij hulp aan onderduikers en koerierswerk. Sara Maria Walbeehm verleende in twee jaar tijd onderdak aan vele Joodse onderduikers en verzetsmensen – naar schatting 75-150 mensen. Zij werd in maart 1943 gearresteerd en in de Scheveningse gevangenis (Oranjehotel) verhoord. Mies - zoals ze genoemd werd - verbleef tot het einde van de oorlog in doorgangskamp Westerbork.
Indische Engelandvaarders
Na de capitulatie leek het leven eerst gewoon door te gaan maar de Duitse bezetter legde steeds meer verordeningen en restricties op. Vanaf het begin was er verzet. 37 van de 68 beroepsmilitairen en cadetten in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger - die op dat moment in Nederland waren - weigerden in juli 1940 een erewoordverklaring te ondertekenen dat zij zich niet zouden verzetten tegen het Duitse bezetter en werden naar krijgsgevangenkampen gestuurd.
Naar schatting probeerden 1.700 moedige mannen en ook tientallen vrouwen Engeland of een ander geallieerd gebied te bereiken om zich aan te sluiten bij de geallieerde strijdkrachten. Veel van deze Engelandvaarders hadden een Indische achtergrond. Ruim 900 Nederlanders dienden als piloten, schutters, navigators, telegrafisten en grondpersoneel in de Royal Air Force waarvan ruim 200 een band met Indonesië hadden.
De eerste Engelandvaarders waren drie studenten uit Leiden - Karel Michielsen, Kees van Eendenburg in matrozenpak en Freddy Vas Nunes waarvan twee Indisch waren. (Fotocollectie Anefo / RVD Londen Positieven) Fotograaf onbekend, 17 september 1940).
Soldaten van Oranje
Op de foto zijn van links naar rechts adjudanten van koningin Wilhelmina Peter Tazelaar, Rie Stokvis en Erik Hazelhoff Roelfzema te zien. De Indo-Europese Peter Tazelaar was in Fort de Kock (nu Bukittinggi) geboren. Erik Hazelhoff Roelfzema was als totok in Surabaya geboren en zag zichzelf als ’een Indische jongen‘. Tazelaar en Hazelhoff zaten in de spionage groep Contact Holland. Het boek Soldaat van Oranje is gebaseerd op de avonturen van deze spionagegroep.
Peter Tazelaar - samen met Erik Hazelhoff Roelfzema één van de belangrijkste leden van de spionagegroep Contact Holland - zei in een interview na de oorlog dat hij Engelandvaarder werd omdat hij een kosmopolitische geest had, minder honkvast was.
Mensen met een Indische achtergrond waren naar Nederland gereisd, vaak alleen, om te werken of studeren. Ze konden zelf beslissen en brachten daarmee geen familie in gevaar. Door het uitbreken van de oorlog konden ze ook niet terug naar toenmalig Nederlands-Indië en het contact met familie werd steeds moeilijker. Een andere verklaring voor de relatief grote deelname in de strijd was wellicht dat Indo-Europeanen en Indonesiërs in Nederland gediscrimineerd werden maar graag volledig aan de samenleving wilden meedoen. Belangrijk waren ook verenigingen en netwerken die zich tegen het fascisme keerden.
Heldenverhalen verfilmd
Degenen die weigerden om de erewoordverklaring te ondertekenen of tijdens gevechtshandelingen neergehaald werden boven bezet en vijandelijk grondgebied werden geïnterneerd in krijgsgevangenkampen in het huidige Duitsland, Polen of Oekraïne. De vele gewaagde vluchtpogingen uit die krijgsgevangenkampen zijn later in boeken en films verteld zoals in de Engelse bestseller Colditz die meermaals verfilmd werd. De TV serie kluisterde in Engeland en Nederland miljoenen kijkers begin jaren zeventig aan de beeldbuis.
Zij aan zij het fascisme bestrijden
Een deel van de Indonesiërs in vooroorlogs Nederland - studenten of afgestudeerden - vonden elkaar in de Indische Vereeniging (later Perhimpunan Indonesia). Na de Eerste Wereldoorlog werd het een politieke beweging die de vurige wens van een onafhankelijk Indonesië ondersteunde. Eind jaren dertig zette de studentenvereniging dit streven even op een zijspoor vanwege het veel grotere gevaar dat veel volkeren in de wereld bedreigde. Drie van hun leden kwamen door verzetswerk om: Moen Soendaroe, Irawan Soejono en Sidartawan.
De oorlog in Nederland is voorbij
In de strijd tegen de Duitse bezetters verloren vele moedige en vastberaden vliegeniers, soldaten en verzetsmensen met een Indische achtergrond het leven of werden gevangengezet. Een groot aantal Indonesiërs dat zich verzet had tegen het fascisme keerde terug naar Indonesië om daar voor vrijheid te vechten of emigreerde naar Amerika, Canada, Australië en Zuid-Afrika.