Wereldmuseum Rotterdam kreeg onlangs dit kistje met batik benodigdheden. In het kistje zitten potjes met verschillende kleuren verf, penselen, verfkommetjes en drie canting (waspennen). Wat direct opvalt is dat de namen van de verfstoffen in het Nederlands zijn geschreven en dat het aantal kleuren veel uitgebreider is dan bij traditionele Indonesische batik. Dit kistje was dan ook bestemd voor de koloniale (Indo-)Europese markt. Dankzij het etiket weten we dat dit kistje afkomstig is van atelier Emulation uit Weltevreden in het toenmalige Batavia.
Batik: do it yourself
Batik wordt al heel lang gemaakt, vooral in Indonesië. Het maken van batik vraagt om heel veel geduld, precisie en professionaliteit. In dit wereldverhaal lees je hoe zelf thuis batikken begin 20e eeuw een enorme rage werd. Dat kwam door een kistje met batik benodigdheden dat je kon bestellen. Eigenlijk was dit het eerste voorbeeld van DIY, en ook van bestellen via een postorder.
Auteurs Marjolein van Asdonck en Marijke Kunst | Klik op de afbeeldingen voor het fotobijschrift.
Een kistje met batik benodigdheden voor de Europese markt
Batikken met de methode Krijnen werd een wereldwijde rage
Quirien A. A. Krijnen was de eigenaar van Emulation. Hij ontwikkelde een batikmethode op zijde die iedereen thuis kon beoefenen. De vloeibare was-emulsie batikol van Krijnen verving de traditionele was en zorgde dat de verf niet in elkaar overliep. Bovendien kon een doek gemakkelijk uitgespoeld worden met koud water. De methode Krijnen was niet alleen snel, maar kon ook op kwetsbare stoffen zoals zijde worden toegepast. Batikken met de methode Krijnen werd een rage. In de hele archipel werden uit de losse hand of met behulp van meegeleverde sjablonen theemutsen, lampenkappen, kalenders en kussenhoesjes gedecoreerd. Op het hoogtepunt in de jaren twintig bestonden er zeventien agentschappen. Deze kistjes werden naar klanten over de hele wereld verstuurd.
Iedereen kan het
De kleindochter van Quirien Krijnen en Nellie Krijnen-Surie schonk in 2009 aan het Tropen Museum een collectie batik die haar oma mee had genomen bij haar terugkeer naar Nederland in 1948. Deze batik op zijde is door verschillende mensen gemaakt met de methode Krijnen.
Met een staafje houtskool worden de contouren van een voorstelling op zijde getekend. Daarna worden die contouren met een penseel overgetrokken met de was-emulsie. Dan wordt de verf aangebracht. De was-emulsie zorgt ervoor dat de verf niet kan uitvloeien. Als alle kleuren aangebracht en droog zijn dan wordt de doek gewassen waardoor de was-emulsie oplost.
Voor batik in Indonesië werden hete was, natuurlijke verfstoffen en katoen gebruikt. De patronen werden met de hand geschilderd of gestempeld, kleur voor kleur. Na het aanbrengen van één kleur werd de was uit de doek gespoeld. Voor iedere volgende kleur werden deze stappen dan weer herhaald. (TM-6342-38 en 39)
Batik in de kunst
Batik was in Nederland bijzonder populair in de Art Nouveau periode – de toonaangevende kunststijl in de eerste decennia van de 20e eeuw. Ook kunstenaars experimenteerden volop met het batik procedé. Vanaf de 19e eeuw ontstond bij veel Europese kunstenaars interesse in kunstuitingen uit Azië en dus ook uit Indonesië.
Verschillende Nederlandse kunstenaars lieten zich door deze batik techniek inspireren. Chris Lebeau verbond als eerste batik motieven aan de decoratieve stijl van de Nieuwe Kunst – de Art Nouveau stijl in Nederland. Hij werkte intensief samen met het Kololoniaal Laboratorium in Haarlem waar aan het einde van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw technische experimenten werden uitgevoerd om het batik procedé te vergemakkelijken. Lebeau inspireerde op zijn beurt weer andere kunstenaars en studenten van de Kunstnijverheidsschool die verbonden was aan het Koloniaal Museum. Deze twee gebatikte zijden doeken zijn door hem gemaakt in 1903-1904. (TM-H-3340 en 3341)
De Nederlandse kunstenaar Carel Lion Cachet introduceerde de batikkunst rond 1890 in Nederland na het bezoek aan de collectie Javaanse batiks in Artis. Dit tafelkleed maakte deel uit van de collectie van Natura Artis Magistra en in 1921 aan het Tropen Museum geschonken. Het is versierd met wajangfiguren en plantenmotieven en gemaakt in Surakarta (Midden-Java) voor 1889. (TM-A-5211, Koninklijk Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra)
Nellie opende in 1917 een Emulation studio in Batavia (nu Jakarta). De studio was een enorm succes en Quirien kon zijn werk bij de spoorwegen opzeggen. In 1920 lanceerden ze het tijdschrift Huiselijke Kunst over toegepaste kunsten en instructies voor Krijnen’s batik techniek. Later gaven zij Emulation - Guide to Promote Homely Arts and Crafts uit dat in het Nederlands, Maleis, Engels, Frans en Italiaans verscheen. Nellie organiseerde tentoonstellingen van werken van klanten in Australië, Zuid-Afrika, Nederland en Europa.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden ze geïnterneerd in een Japans interneringskamp. Quirien overleed in 1945 en Nellie keerde in 1948 terug naar Den Haag. Hun kleindochter schonk in 2009 aan het Tropen Museum een collectie batik op zijde die Nellie mee had genomen.
Wil je meer weten over batik? Lees dan onze andere wereldverhalen hierover.
Batikmotieven laten zien wie je bent, en ook wie de maker is, en waarvoor een batik gemaakt wordt. Maar je mag ook dragen wat je mooi vindt hoewel sommige motieven verboden waren.
Een ondernemend en artistiek bevlogen echtpaar
Quirien A.A. Krijnen (1883-1945) was afgestudeerd aan de Kunstacademie in Den Haag en runde vanaf 1911 studio Emulation dat lessen in decoratieve kunsten organiseerde, waaronder batikken. Nellie Krijnen-Surie (1887-1965) was een studente van Emulation. Kort na hun huwelijk vertrokken ze in 1915 naar voormalig Nederlands-Indië. Ze waren bijzonder ondernemend en artistiek bevlogen. In navolging van de filosofie van The Arts and Crafts Movement uit Engeland wilden ze iedereen aanmoedigen om thuis creatief te zijn om bij te dragen aan homely happiness.