In 1850 brak de Taipingopstand uit en begonnen de echte problemen voor de overheid van de Qing dynastie. Deze burgeroorlog ontregelde de aanvoer van koper voor het gieten van munten en belemmerde de belastinginning. Het weinige zilver dat nog circuleerde werd gehamsterd door de bevolking. De buitenlanders hielpen ook niet mee door geld in grote hoeveelheden te exporteren. De smeltovens waren hierdoor niet meer in staat om voldoende munten voor de marktvraag te produceren. De regering had dus een probleem. Hoe moest ze geld binnenkrijgen om het leger te betalen en de opstand neer te slaan? Met tegenzin viel de regering terug op het gebruik van papiergeld, een eeuwenoud principe dat altijd met de nodige argwaan werd bekeken. De geschiedenis wees immers uit dat biljet-uitgifte vrijwel altijd leidde tot hoge inflatie.
Master student bezoekt depot
Victor Molenaar bezocht het depot van Wereldmuseum Leiden (voorheen Museum Volkenkunde). Voor zijn Master Asian Studies aan de Universiteit Leiden kwam hij Chinese bankbiljetten onderzoeken.
Lees hieronder het tweede artikel van deze blogserie.
Lees ook deel 1 en deel 3 van Zeldzaam Chinees geld in depot.
Geldproblemen
Twee soorten geld
De overheid gaf twee soorten biljetten uit, een met waarde uitgedrukt in zilver, de ander in koper. In juni 1853 werden de zilver biljetten voor het eerst gecirculeerd in de hoofdstad Beijing. In september dat jaar werd het systeem uitgebreid naar de rest van China. In december 1853 kwamen de biljetten voor koper geld in circulatie. De zilver biljetten werden hoofdzakelijk uitgegeven voor gebruik door het leger. Alleen het leger mocht zilver munten ontvangen als zij de biljetten inleverden. De rest van de bevolking ontving koperen munten of koper biljetten. De koper biljetten werden gebruikt voor meerdere doeleinden, zijn overvloediger gedrukt en daarom meer bewaard gebleven dan de zilver biljetten. Dit kan verklaren waarom elk museum bekend met een collectie biljetten uit de regeringsperiode van de Xianfeng keizer (1850-1861) meer koper dan zilver biljetten in huis heeft.
Productieproces
Van de vijf bankbiljetten in de collectie van het Volkenkunde Museum, is er een zilver biljet en de andere vier zijn koper biljetten. Er zijn overeenkomsten tussen de twee, zoals het serienummer aan de rechterkant van het biljet en het gebruik van zegels om de biljetten hun officiële status mee te geven. Hoewel het zeker is dat de zilver biljetten uitgegeven zijn door de Qing regering, zijn er geen aanwijzingen dat de koper biljetten dat ook zijn. De productie van de biljetten vond plaats in bureaus die speciaal waren aangewezen voor de productie. Het zilver biljet werd gedrukt met blauwe inkt op een koperplaat. Het materiaal was fijn, dik en meerlaags Koreaans papier. Voor de koper biljetten werd dubbelzijdig papier uit de Shanxi provincie gebruikt. Groepen werknemers verdeelden een groot vel papier over meerdere drukblokken en produceerden zo de basisvorm van een biljet. Een team van acht personen beschreef vervolgens de biljetten, voegde de zegels toe en overzag het drukproces.
Victor Molenaar