Veelgestelde vragen over de Azteken

Het woord ‘Azteken’ is een bedenksel van Europese onderzoekers. De bewoners van Tenochtitlan, de hoofdstad, noemden zichzelf Mexica, hun taal heette Nahuatl.  

Azteken spraken Nahuatl, en taal die nu nog door anderhalf miljoen mensen gesproken wordt.  

Ja en nee. Er zijn tegenwoordig nog anderhalf miljoen mensen die Nahuatl spreken, de taal van de Azteken. Ook zijn er nog veel inheemse volken die rituelen uitvoeren die teruggaan op de Azteken. Omdat de Azteken eigenlijk alleen verwijst naar de ’Mexica’, inwoners van de stad Tenochtitlan, is het moeilijk om te stellen dat er nog echte Azteken leven. Maar de taal en delen van de Azteekse cultuur zijn zeker nog springlevend.  

Informatie over de Azteken komt uit verschillende bronnen: inheemse boeken, Europese koloniale beschrijvingen, archeologisch onderzoek en vergelijkingen met hedendaagse inheemse culturen en tradities.    

Ja de Azteken gebruikten een pictografisch schrift. Dat is een ‘beeldschrift ’waarbij informatie wordt overgebracht aan de hand van afbeeldingen.  

De Azteken woonden in wat nu Mexico is. Ze stichtten hun hoofdstad op de plek van het huidige Mexico-Stad. Hun rijk strekte zich uit over honderden kilometers, van de Golf van Mexico tot aan de Stille Oceaan en van de bergen rondom Tenochtitlan (nu Mexico-Stad) tot aan de jungle van Zuid-Amerika.  

De Azteekse hoofdstad werd gesticht in 1325. Hun rijk kwam ten val in 1521. In deze korte periode veroverden zij een enorm gebied in wat nu Mexico is.   

Toen de Spanjaarden aankwamen in het Azteekse rijk was hun doel om de Azteken ten val te brengen en een nieuwe kolonie te stichten. Veel van de berichten die ze naar Europa stuurden, waren bedoeld om de invasie te rechtvaardigen. Een van de manieren om dit te rechtvaardigen was door de Azteken en andere lokale volken af te schilderen als bloeddorstige barbaren. In de beschrijvingen van de Azteken overdreven zij de wreedheden van de Azteken dus enorm. Zo is er een koloniale bron die beweert dat tijdens de inauguratie van een Azteekse keizer er wel 80.000 mensen werden geofferd. Dat zou neerkomen op vier dagen lang 15 mensen per minuut, een onwaarschijnlijk hoog aantal. Dit soort beweringen waren onderdeel van de Spaanse propaganda om de invasie te legitimeren. In het Azteekse heilige district bij de Templo Mayor zijn wel degelijk menselijke resten gevonden. Of het hier gaat om geëxecuteerde krijgsgevangenen of bewoners van Tenochtitlan zelf wordt nog onderzocht. Wel is duidelijk dat de hoeveelheden menselijke resten overeenkomen met enkele honderden individuen, op geen enkele manier de duizenden die door de Spanjaarden werden beschreven.  

Er worden nog dagelijks ontdekkingen gedaan in Mexico-Stad. Archeologen blijven opgraven bij de Templo Mayor en blijven nieuwe spectaculaire vondsten doen. Hoewel we veel weten over het leven van de Azteken, blijft er dus nog heel veel te ontdekken.