
Azteken gebruikten veren ter versiering van bijvoorbeeld kleding en kapsels. Ze hechtten veel waarde aan kleurrijke veren van o.a. kolibries en ara’s. Die kwamen soms van ver en door middel van langeafstandshandel kon men beschikken over bijzondere veren. De meest gewaardeerde exemplaren - die van de schitterende quetzal - kwamen uit Guatemala. In de Azteekse hoofdstad Tenochtitlan vormden de verenbewerkers een eigen groep. Ze woonden in de wijk Amantla en daar is hun naam ‘Amanteca’ van afgeleid. In onze workshop krijg je een introductie op de basistechniek van de traditionele verenversierkunst zoals de Amanteca die toepasten.