Gedurende zijn carrière maakte Keiga honderden schilderingen met de natuur en cultuur van Japan als onderwerp¹. Het Nationaal Museum van Wereldculturen beheert meer dan 500 werken van Keiga en zijn studio. Deze grote variatie aan werken geeft ons een unieke kijk in het Japan van de vroege negentiende-eeuw.
Om meer inzicht te krijgen in de oorsprong van het kamerscherm beginnen we bij de schilder ervan, Kawahara Keiga (1786-c.1860)
Keiga beheerste zowel Japanse als Westerse kunsttechnieken. Dat stelde hem in staat een weids panorama van de baai van Nagasaki vast te leggen op het ruim vier-en-een-halve meter brede formaat van het scherm. Maar het belang van Keiga gaat verder dan alleen het kamerscherm...
De schilder van Deshima
Dat Keiga schilder is geworden, is geen verrassing. Zijn vader Kawahara Kōzan (leefjaren onbekend) was ook schilder. Zo kwam hij in contact met verschillende invloedrijke schilders in Nagasaki. Eén daarvan was Ishizaki Yūshi (1768-1846). Die was officieel inspecteur van geïmporteerde Chinese schilderingen, maar onder andere ook bedreven in de Westers geïnspireerde Japanse schilderstijl yōga. Daarin wordt zowel lijnperspectief als atmosferisch perspectief gebruikt om diepte te suggereren.
Deshima
Keiga kreeg een belangrijke kans in 1811, toen hij door de autoriteiten van Nagasaki als schilder werd toegewezen aan de bewoners van Deshima. Hij kreeg het zeldzame privilege om het eilandje vrijelijk te betreden. De meeste opdrachten kreeg Keiga van de Duitse arts Philipp Franz von Siebold, die tussen 1823 en 1829 in Japan was. Von Siebold deed namelijk ook veel onderzoek naar de flora en fauna van dat land. Daarbij had hij goede illustraties nodig. De uiterst nauwkeurige, naturalistische schilderstijl van Keiga was daarvoor zeer geschikt. Via deze opdrachten kwam Keiga ook in contact met de tekenaar Carl Hubert de Villeneuve (op Deshima 1825-1836). Van hem leerde Keiga vermoedelijk aanvullende Westerse technieken, zoals perspectieftekenen met verdwijnpunten buiten de compositie. En nog grotere precisie bij het weergeven van details van bijvoorbeeld planten of dieren. Regelmatig werkten ze samen aan dezelfde botanische tekeningen. Keiga in inkt, De Villeneuve in potlood.
Keiga ging in 1826 met Von Siebold mee op de hofreis naar de shogun in Edo, huidig Tokyo. Dat was een stevige reis van meer dan drie maanden. Per boot, maar vooral te voet, werden zo’n 2400 kilometers afgelegd. Onderweg legde Keiga een grote verscheidenheid aan bijzondere locaties en taferelen vast. Maar weinig Europeanen kregen zoveel van het land te zien. En eigenlijk gold hetzelfde voor Japanners.
Spionage?
In 1829 wordt Keiga gevangen gezet vanwege een vermeend spionageschandaal. In het bezit van Von Siebold werden verboden landkaarten van Japan ontdekt. Dergelijke militair gevoelige informatie mocht Japan absoluut niet verlaten. De Japanse overheid verweet Keiga dat het hem niet opgevallen was dat Von Siebold deze kaarten had. Voor deze affaire werd Von Siebold levenslang verbannen uit Japan, hoewel dat in 1855 weer opgeheven werd. Keiga kwam er relatief licht vanaf met drie maanden gevangenisstraf. Andere Japanse kennissen van Von Siebold hebben de affaire niet overleefd...
Keiga’s verbanning
Ironisch genoeg betekende Keiga’s nauwkeurigheid ook het einde van zijn carrière als de ‘Schilder van Deshima’. In 1842 ontdekten de autoriteiten van Nagasaki dat hij in zijn panorama’s de familiewapens van de verschillende samoerai-clans geschilderd had op de patrouilleboten zoals die in de baai lagen. Wederom militaire informatie. Ditmaal was de straf een verbanning uit Nagasaki en Edo. Echter, slechts vier jaar hierna werkt Keiga uitgebreid mee aan een plafondschildering van een Boeddhistische tempel even buiten Nagasaki. Kennelijk kon hij dus weer opdrachten aannemen uit de omgeving van zijn eigen stad. Bovendien schilderde hij nog werken voor Japanse klanten. Zijn laatste te dateren werk is van 1860. Het is een portret - nog een van zijn sterke kanten - van een oude dame genaamd Kiku². Naast zijn signatuur zet hij ook een datum en zijn (inmiddels hoge) leeftijd, waardoor zijn geboortejaar te berekenen is.
Hopelijk levert het lopende onderzoek naar het kamerscherm nog meer informatie op over het leven en werk van Keiga. In dat geval zullen we daarover uiteraard weer berichten in een volgende blogpost.
Daan Kok (Conservator Oost-Azië) en Davey Verhoeven (Research Associate RCMC/Japan)
1: Informatie uit dit stuk is gebaseerd op: K. Vos en M. Forrer (1987), Kawahara Keiga: Fotograaf Zonder Camera (Leiden: Museum Volkenkunde), de site ‘Visual Encyclopedia: Japan in the Edo Period as Witnessed by Keiga Kawahara’, aangevuld met eigen onderzoek.
2: Dit werk bevindt zich nu in het Nagasaki Museum of History and Culture. Op deze website is een groot deel van het oeuvre van Kawahara Keiga te bekijken.
Lees meer blogs!
Conservator Oost-Azië Daan Kok en Research Associate RCMC/Japan Davey Verhoeven bloggen maandelijks over de restauratie en over de resultaten van hun onderzoek naar het scherm. Die blogposts zijn te vinden op deze overzichtspagina.