
1,2 Manchetknopen
Verguld zilver; Sumatra, Indonesië; voor 1920; schenking Batak Instituut; TM-114-67, -69
3. Gordel
Goud; Savu, Indonesië; voor 1890; aankoop A.B.C. Frieser-Lans; TM-3993-2
4. Tuniek Qmaija Kebira
Verguld zilverdraad, zijde, katoen; Tunesië; ca. 1940; verwerving I. Grammet; TM-6353-1
Deze tuniek hoort bij een huwelijkskostuum voor een bruid. Het geheel is zo stijf dat de bruid er nauwelijks in kon bewegen. Dit kostuum werd gedragen op de derde dag van het huwelijksritueel, de jelwa-dag, wanneer de bruid getoond wordt aan de familieleden, de huwelijkscontracten uitgewisseld worden en de inventaris van de bruidsschat opgemaakt. Het borduren werd doorgaans door de bruid zelf gedaan, soms met hulp van haar vrouwelijke familieleden. Een meisje was maanden of zelfs jaren achtereen bezig om haar uitzet voor de bruiloft te maken.
5. Hoofddoek
Gouddraad; Bali, Indonesië; aankoop Nederlandsch Zendeling Genootschap; WM-17423
Prada is op Bali de techniek waarbij een doek wordt versierd met goudstof of bladgoud. Eerst wordt het patroon op de doek getekend. Daarna wordt met behulp van vislijm, ancur, het bladgoud op de doek aangebracht. Vroeger was, zoals bij deze hoofddoek, het basismateriaal vaak een Javaanse gebatikte doek. Tegenwoordig wordt vaak een felgekleurde doek als ondergrond gebruikt en plasticfolie of goudverf als decoratie.
6. Precolumbiaanse kledingsieraden
Goud; Quimbaya; Columbia; 1000-1400; aankoop Niels Halbertsma; TM-2731-6,-7
In het gebied dat nu Colombia heet, werden gouden objecten in de precolumbiaanse (voordat Columbus arriveerde in 1492) periode gedragen door leiders van gemeenschappen, om kracht uit te stralen. Dit soort sieraden werden op de kleding gedragen.
7. Opgemaakte hoofddoek, udeng
Verguld katoendraad, katoen; Bali, Indonesië; voor 1950; aankoop B. IJzerdraat; TM-2030-3
Deze opgemaakte hoofddoek voor mannen, udeng, is gemaakt van paars katoen met een verguld patroon, prada genoemd. Udeng is de traditionele hoofdbedekking van mannen op Bali en maakt deel uit van de voorgeschreven kleding tijdens religieuze ceremonies. De hoofddoek wordt op een speciale manier geknoopt die toont dat de drager controle heeft over zijn geest en denken.
8. Geslachtsbedekking
Goud; Java, Indonesië; 1300-1400; aankoop G. Tillmann; TM-1771-18
Deze plaat werd waarschijnlijk gedragen door een kluizenaar van edele komaf. Op de plaat is een vrouw afgebeeld met een gebogen arm, wat staat voor verleiding en hunkering. Het tafereel verwijst naar het gedicht Arjunawiwāha waarin prins Arjuna tijdens zijn meditatie door hemelse nimfen op de proef wordt gesteld.
9. Zes knopen voor een blouse
Goud; Sumatra, Indonesië; voor 1920; schenking Batak Instituut; TM-114-63
10. Manchetknopen
Verguld zilver; Sumatra, Indonesië; voor 1920; P.A.W. Snouck Hurgronje; TM-114-65
11. Ceintuur met tijgernagels
Goud, tijgernagels, zijde; Sumatra, Indonesië; vroeg 20ste eeuw; schenking P.A.W. Snouck Hurgronje; TM-1572-3
Sieraden met tijgernagels werden als amulet gedragen door Peranakan Chinezen. Zij geloofden dat het dragen hiervan bescherming van de tijger zou bieden. De gouden ornamenten zijn door Chinese ambachtslieden vervaardigd.
12. Mansbroches
Goud; Walcheren, Nederland; 1900-1926; met dank aan Nederlands Openluchtmuseum Arnhem
Binnen de Nederlandse streekdrachten waren broches vooral een vrouwenaangelegenheid. De Walcherse mannen vormden hierop een uitzondering: zij speldden bij hun zondagse en nette goed een broche op hun boezeroen (overhemd). De broches werden onder de keelknopen gedragen als versiering.
13. Jas met bladgoud
Gouddraad, katoen, natuurlijke verfstoffen; India; voor 1946; schenking F.J. Vattier Kraane-Daendels; TM-1698-358
Lang voor de komst van de Europeanen handelden de Indonesische eilanden met India. Vooral Indiaas textiel was erg geliefd, zoals de stof waar deze jas van is gemaakt. Aristocratische mannen droegen hem bij speciale gelegenheden, op een broek. Het ontwerp van de jas is mogelijk geïnspireerd door Ottomaans textiel en een Japanse kimono. Het prada, bladgoud aangebracht met lijm, geeft een luxueuze uitstraling die de status van de drager weergeeft.
14. Mannenjas
Gouddraad, fluweel, katoen; Pakistan; midden 20e eeuw; aankoop E. Powell; TM-3500-56
Deze jas voor mannen is voor speciale gelegenheden. Het borduurwerk bestaat uit opgelegd gevlochten gouddraad dat is vastgezet, dat heet couching. Goud zorgt hier voor een luxueus detail, dat de status van de man benadrukt.
15. Kimono
Kisaburo Nishimura; gouddraad, goudfolie, zijde; Japan; 1996; verwerving Stichting Japan Netherlands Culture Center; WM-74434
In deze Japanse kimono is gouddraad en bladgoud verwerkt. Als de draagster loopt, de stof beweegt en de zon op de gouden oppervlakken valt, geeft het een subtiele schittering. Deze kimono is door de ingetogen kleuren en de vorm van de mouwen bedoeld om door (getrouwde) vrouwen van een zekere leeftijd gedragen te worden.
16,17. Keelknopen
Goud; Zuid-Beveland, Nederland; 1825-1865; met dank aan Nederlands Openluchtmuseum Arnhem
De halsboorden van mannenhemden en overhemden werden in veel streken dichtgemaakt met een paar keelknopen. Dit zijn twee knopen die aan de achterkant met een ringetje met elkaar verbonden zijn en als sluiting dienden van het hemd. Aan de weerszijden van het boord zat een knoopsgat waarin de keelknopen werden vastgemaakt. Mannen droegen een lang linnen hemd, dag en nacht. Keelknopen werden dus permanent gedragen.