
1.Kroon met vissen versierd
Goud; Savu, Indonesië; voor 1932; aankoop K. Heynen-Lans; TM-789 -1
De dochter van een koning van het eiland Savu trouwde met een Nederlander. In haar collectie gouden sieraden zijn traditionele stukken te vinden, bedoeld voor de vrouwelijke familieleden van de koning. Andere juwelen verraden een Europese invloed; die sieraden zijn waarschijnlijk speciaal voor haar gemaakt. In 1932 werden de sieraden door een van de dochters aan het museum geschonken.
2.Sierkam
Goud, metaal; Savu, Indonesië; voor 1932; aankoop K. Heynen-Lans; TM-789-3
3. Halssieraad
Goudlegering; Savu, Indonesië; voor 1890; aankoop K. Heynen Lans; TM-789-2
4. Halssieraad met vissen
Goud; Savu, Indonesië; voor 1932; aankoop K. Heynen Lans; TM-789-5
5. Heupsieraad
Goud; Savu, Indonesië; voor 1932; aankoop K. Heynen Lans; TM-789-18
6. Sierkam, suwah
Goud, hoorn; Bali, Indonesië; voor 1909; verwerving Ethnografisch Museum van de Koninklijke Militaire Academie Breda; RV-3600-104
Deze Balinese hoornen kam is aan de bovenzijde aan twee kanten met goud belegd. De haarkam werd bovenop in de haarknot gestoken en gedragen.
7. Oorknoppen
Goud; Bali, Indonesië; voor 1887; met dank aan Koninklijk Zoölogisch Genootschap Natura Artis Magistra; TM-A-5768 a,b
Balinese vrouwen droegen dit type gouden oorsieraden tijdens speciale gelegenheden, als teken van welvaart en status. Deze oorknoppen zijn versierd met granulatie en filigraan technieken. Door het dragen van steeds grotere oorsieraden werden de gaten steeds groter. De gaten werden opengehouden en uitgerekt door rolletjes palmblad of papier. Tegenwoordig dragen vrouwen nog steeds dit type oorsieraden, maar worden ze met een schroefsysteem door een klein oorgat gestoken.
8. Hoofdsieraden voor fontanel, pupuk
Goud; Bali, Indonesië; voor 2002; schenking J. Polak; TM-5989-3,-4
Deze gouden sieraden dienen ter bescherming van de fontanel van de baby. Balinezen zien de fontanel als een zeer kwetsbare plek van een kind, waar kwade krachten gedurende de eerste fase van het leven gemakkelijk kunnen binnenkomen.
9. Ring met blauwe steen
Goud; Bali, Indonesië; voor 1948; aankoop J. Aalderink; TM-1828-1
Deze gouden ring is gemaakt naar een oud model. Ringen zoals deze worden op Bali vandaag de dag nog steeds gemaakt. In Indonesië zijn vooral de bijzondere eigenschappen van (edel)stenen heel belangrijk. Ze worden gezien als amuletten en kunnen ongeluk en ziekte afweren of juist een lang en gezond leven brengen.
10. Twee manchetknopen verwerkt tot broche
Goud; Bali, Indonesië; 1924; overdracht van het Ethnografisch Museum van de Koninklijke Militaire Academie Breda; RV-3600-3157
Deze bijzondere sierspeld afkomstig uit Bali is samengesteld uit twee manchetknopen.
11. Ring St. Joris en de draak
Goud; Klungkung, Indonesië; 1892; verwerving Koloniaal Museum Haarlem; TM-H-29e
Op deze zilveren Balinese ring is een gouden Britse munt, een sovereign, gesoldeerd. De sovereign werd in Engeland en in door Engeland gekoloniseerde gebieden geslagen. De ring toont de zijde met Sint-Joris, de patroonheilige van Groot-Brittannië, die de mythische draak verslaat. De zijde met koningin Victoria sprak de Balinese edelsmid blijkbaar minder tot de verbeelding.
12. Borstsieraad, mase, in de vorm van een hoefijzer
Goud; Tanimbar-eilanden, Indonesië; schenking F. Liefkes; RV-Liefkes-366
In de Zuidoost-Molukken vormden kostbare sieraden een belangrijk familiebezit. De objecten werden meestal beschouwd als overblijfselen uit een roemrijk, voorouderlijk verleden. Dit sieraad werd gedragen aan een ketting met grote, brede schakels. Op de hangers van deze sieraden, mase genaamd, waren voornamelijk menselijke gezichten of gedaantes afgebeeld.
13,14. Sierkammen, petat
Bladgoud, hout, hoorn; Bali, Indonesië; voor 1909; schenking Nederlandsch-Indische Regering; RV-1684-20, -21
Dit type haarkammen werd door Balinese vrouwen in het haar vastgezet.
15. Armband gedragen door belangrijke mannen op Noord-Sumatra, gelang Karo
Goud; verguld; Noord-Sumatra, Indonesië; voor 1922; schenking Christian Wilhelm Janssen; TM-157-2
Adellijke Karo Batak mannen droegen deze armbanden tijdens hun huwelijk en op belangrijke ceremoniële bijeenkomsten. Ze tonen de rijkdom en status van de eigenaar, bijvoorbeeld een dorpshoofd of datu (priester). Om het goud een roodachtige glans (suasa) te geven is een relatief hoge dosering koper toegevoegd. De holle armband bevat kleine steentjes die geluid maken bij het dragen.
16. Borsthanger in de vorm van een haan
Goud; Tanimbar-Eilanden, Indonesië; laat 19e vroeg 20e eeuw; schenking F. Liefkes; RV-Liefkes-451
In de Zuidoost-Molukken waren gouden sieraden belangrijk familiebezit en ook statussymbolen. Ze werden beschouwd als heilige erfstukken van de voorouders en werden bewaard in speciale manden. Westerse munten was het basismateriaal. Men geloofde dat het smelten van het goud het materiaal 'doodde' en de goudsmid riep daarom de hulp in van de voorouders.
Het 'hete' goud van de bruidsschat, de gouden sieraden, symboliseert de mannelijke bijdrage aan het creatieproces. Verkoelende tegengeschenken zoals textiel vertegenwoordigden de vrouwelijke vruchtbaarheid.
17. Halssieraad, bura-bura
Goud, zilver; Sumatra, Indonesië; 20e eeuw; schenking F. Liefkes; RV-Liefkes-403
Dit sieraad werd gedragen door een Karo Batak bruid als onderdeel van een hele set bruidsjuwelen. De ketting is versierd door middel van filigraan en granulatie. De hanger in de vorm van een halve maan verwijst zowel naar karbouwenhoorns als naar de vorm van traditionele (adat) Karo huizen. Tegenwoordig worden sets bruidssieraden vaak van verguld blik vervaardigd. Ze zijn te koop of te huur.
18, 19, 20, 29, 30 en 36. Mamuli
Goud; Sumba, Indonesië; 20ste eeuw; schenking F. Liefkes en J. van der Grift; aankoop J. Polak met dank aan Mondriaan Fonds, VSB Fonds en Volkenkundig Aankoopfonds Collectie Nederland (VACN); RV-Liefkes-334,-335,-336; -337, TM-3937-8, TM-5787-36
Mamuli zijn oorsieraden in de vorm het vrouwelijke geslachtsorgaan, en staan symbool voor vruchtbaarheid. Vroeger, toen de vrouwen op Sumba de oorlellen verlengden, werden mamuli in de oren gedragen, maar tegenwoordig hangen ze om de nek. Op Sumba spelen ze nog altijd een belangrijke rol bij rituelen rondom het huwelijk en de dood, en worden van generatie op generatie doorgegeven. Tegenwoordig worden mamuli als fashion-item gedragen door vrouwen in heel Indonesië. Een woridi (nr. 29) lijkt op een mamuli, alleen heeft het binnenste ornament de vorm van een vierkant of diamant.
21. Amberbol, cepuk ambar
Goud; Aceh, Indonesië; voor 1947; aankoop G. Tillmann; TM-1771-48
Dit gouden, zeer fijn opengewerkte bolletje bestaat uit twee helften die op elkaar kunnen worden vastgeschroefd. Hierin werd een stukje amber, of een andere geurige stof gedaan. Het bolletje werd in een kast of kist geplaatst zodat kleding en ander textiel lekker rook.
22. Hanger met opaal
Goud; Aceh, Indonesië; voor 1947; aankoop G. Tillmann; TM-1771-47
De goudsmeden van Aceh stonden bekend om hun technische vaardigheden. Zij maakten hun werk voor sultans en notabelen. Gezien de stijl is dit gouden sieraad zeer waarschijnlijk in opdracht van Europeanen gemaakt. De hanger met opaal is bestrooid met grote en kleinere bolletjes, granulatie genoemd. De achterkant is onbewerkt.
23. Broche
Goud; Indonesië; voor 1890; schenking Mw. Nicole Vonwiller Gerhard; TM-6107-14a.
24. Armband
Goud; Zuid-Sulawesi, Indonesië; 20e eeuw; schenking F. Liefkes; RV-Liefkes-393
Vanwege het uitzonderlijk hoge vakmanschap moet deze armband in Makassar of Kendari gemaakt zijn, plaatsen waar zeer geschoolde edelsmeden werkten. De versiering op de armband is een bewerking van traditionele Indonesische bloemmotieven. Omdat de armband afwijkt van traditionele sieraden is het waarschijnlijk in opdracht gemaakt.
25, 36. Duri-duri en sitepal
Goud; Sumatra, Indonesië; voor 1910; aangekocht van Tassilo Adam; TM-137-461, schenking F. Liefkes; RV-Liefkes-326
Wanneer er één grote fallusachtige doorn aanwezig is, staat deze hanger bekend als sitepal. Twee van deze uitsteeksels bij de opening symboliseren het vrouwelijke geslacht. Dan staat de hanger bekend als duri-duri, doornen. Samen symboliseren de hangers de vereniging van man en vrouw en worden geassocieerd met vruchtbaarheid. Deze oorhangers werden zowel door mannen als vrouwen gedragen, als paar of alleen.
26, 27. Ringen
Goud, robijn; Indonesië; 1880; schenking Mw. Nicole Vonwiller Gerhard; TM-6107-15,-16
Deze broche en ringen van Indonesische makelij gaf de schilder Charles Sayers (1901-1943) aan zijn vrouw Olga Sayers-Stern (1907-2003). De broche en de ringen zijn een goed voorbeeld van de verfijnde Indonesische goudsmeedkunst.
28. Oorsieraden, toge, met sierschroeven in de vorm van een mythische draak
Goud; Sulawesi, Indonesië; voor 1998; aankoop J. Polak met dank aan Mondriaan Fonds, VSB Fonds en Volkenkundig Aankoopfonds Collectie Nederland (VACN); TM-5787-12a t/m d
Dit is een paar gouden staartvormige oorstekers, toge, gedragen door de Bugis-bevolking van Zuid-Sulawesi. De knop, die naar voren wordt gedragen, is versierd met granulatie en filigrain. De achterkant van het oorsieraad stelt een naga voor, een mythische slang. Deze oorbellen worden gedragen door rijke vrouwen.
31. Hoofdsieraad voor vrouwen, siger
Goud; Sumatra, Indonesië; voor 1937; aankoop H.R. Rookmaaker; TM-1119-1
Dit hoofdsierraad werd door belangrijke vrouwen en danseressen bij feesten gedragen. De feesttooi wordt vaak gecombineerd met meerdere gouden haarsieraden. De hoofdtooi wordt dwars op het hoofd gedragen, zodat de scheepsvorm goed opvalt. Het scheepsmotief is erg belangrijk in de cultuur van Lampung en symboliseert de veranderingen in het leven.
32. Oorschijven, subang
Goud; West-Sumatra; Indonesië; begin 20ste eeuw; schenking F. Liefkes; RV-Liefkes-401
Deze oorschijven, subang, vormden een onderdeel van het traditionele kostuum voor vrouwen, tijdens feestelijke gelegenheden, en werd door bruiden op hun huwelijksdag gedragen. Ondanks de enorme grootte van de oorschijven zijn ze licht van gewicht. Ze zijn namelijk gemaakt van een flinterdunne plaat. De driehoekige motieven stellen bamboescheuten voor, een symbool voor vruchtbaarheid. Het goud heeft een rode gloed, een favoriete kleur bij de Minangkabau en werd verkregen door het goud eerst te behandelen met een mengsel van salpeter, aluin en zout en daarna met citroensap, zout en zwavel.
33. Halssieraad, nifatofato
Goud; Nias, Indonesië; voor 1883; schenking Internationale Koloniale- en Uitvoerhandel Tentoonstelling; RV-370-3048
Goudsmeden op het Indonesische eiland Nias waren aristocraten, si ulu, die speciale banden hadden met de bovenwereld. Goud werd gezien als een krachtig materiaal dat de eenheid tussen de bovenwereld en de mensenwereld kon herstellen. Wie veel goud bezat, toonde het tijdens festiviteiten om zijn status te verhogen. De sieraden moesten wel nieuw zijn. Oude sieraden werden daarom omgesmolten. Het steeds opnieuw bewerken van goud werd geassocieerd met de eeuwigheid van licht en schepping.
34. Oorsieraad voor vrouwen, raja mahuli
Goud; Karo Batak, Sumatra, Indonesië; voor 1921; aangekocht van T. Tassilo; TM-137-469
Het grootste deel van het goud verwerkt in de Bataklanden werd in de regio gemijnd. De goudsmeden werkte op commissiebasis en de klant nam vaak zijn of haar eigen goud mee bij een opdracht. Dit soort oorsieraden heet raja mahuli. Ze werden door belangrijke Karo-vrouwen tijdens feesten aan een grote ring door de oorlellen gedragen.
35. Oorsieraad
Goud; Java, Indonesië; 750-1550; TM-2960-300; met dank aan Vereniging Rembrandt
Dit massief gouden oorsieraad is afkomstig van Java, maar dit type sieraad is over heel Zuidoost-Azië aangetroffen. Het ontwerp van de oorring dateert nog van voor de komst van het hindoeïsme en Boeddhisme naar Java. Dergelijke oorsieraden werden gegoten. Het sieraad werd vermoedelijk gedragen in het gat van een oorlel, met het meest zware deel naar beneden hangend.
36. uitleg bij 25
37. Borstsieraad, belak mean
Goud; Flores, Indonesië; 1870-1950; met dank aan Museum Nusantara; 7082-S-815-1
Op de eilanden die tot het oostelijke gebied van Indonesië horen, is het dragen en bezitten van gouden sieraden voorbehouden aan vorstelijke families. Op Flores worden de gouden sieraden over het algemeen gegoten, zoals deze ronde gegoten borstplaat, belak mean, gedecoreerd met een zonnesymbool.
38. Halssieraad, kanatar
Goud; Flores, Indonesië; 1870-1930; met dank aan Museum Nusantara; 7082-S-815-3
Een vorstelijke halsketting gemaakt van gouddraad of verguld zilverdraad. De bijl is een belangrijk symbool op Flores en komt ook in andere sieraden terug. Aan de randen van de hangers zitten oogjes en spiralen van filigrainwerk.
39. Oorsieraden, bela
Goud; Flores; Indonesië; 1870-1930; met dank aan Museum Nusantara; 7082-S-815-7ab
Deze platte gouden oorsieraden, bela, zijn aan de rand versierd met granulatiewerk. De bela-vorm speelt een belangrijke rol in de Ngada-cultuur van Flores. Deze vormen zijn bijvoorbeeld ook terug te vinden in de architectuur, waarbij ze op houten panelen in huizen zijn uitgehouwen.
40. Hangers in de vorm van karpers, kalung baderan
Goud, diamant; Java, Indonesië; vroeg 20ste eeuw; schenking F. Liefkes; RV-Liefkes-328
Kalung (hanger) en baderan (karper) worden aan een ketting gedragen. Ze zijn bedoeld als amulet voor kinderen van Chinese afkomst, vooral meisjes. De karper staat in China symbool voor moed en doorzettingsvermogen. Dit is verbonden aan een Chinese legende waarin karpers tegen de stroom van de Gele Rivier in zwemmen. In de bovenloop van de rivier is een waterval, de Drakenpoort genoemd. Slechts enkele karpers lukt het om deze laatste sprong te maken en veranderen dan in draken. Vandaar dat de kopjes van deze vissen een draakachtig uiterlijk hebben.
41. Sieraad versierd met een monsterkop
Goud; Java, Indonesië; 1350-1400; aankoop G. Tillman; TM-1278-7
Op dit belangrijke gouden sieraad uit de Indo-Javaanse periode zijn drie wielen, sudarsanacakra, afgebeeld, die worden geassocieerd met de Hindoeïstische god Vishnu. Ook de twee Garuda's boven aan weerszijden zouden kunnen verwijzen naar Vishnu. Vooral de monsterkop, kala, bovenaan het sieraad is opvallend. Hoe dit sieraad precies gedragen werd, is onduidelijk. De brochespeld aan de achterzijde is een latere toevoeging.
42. Plaatgoud in de vorm van een schildpad
Goud; Java, Indonesië; 700 - 1500; verwerving Rijksmuseum van Oudheden; RV-1403-3205
In de Indo-Javaanse periode (750-1500) plaatsten priesters tijdens de bouw van een tempel stukken plaatgoud onder het beeld van de godheid en ook onder de fundamenten. Deze stukken plaatgoud waren gesneden in bepaalde vormen; geometrisch, menselijk en dierlijk zoals deze schildpad. De priesters creëerden een specifiek patroon waarbij de tempels symbolische modellen werden van de kosmos waarin de goden zouden kunnen neerdalen.
43. Oorsieraden
Goud, amethist; Java, Indonesië; 1300-1500; aankoop G. Tillmann; TM-1771-1,-2
Veel sieraden uit de Indo-Javaanse periode (750-1500) zijn aan de natuur ontleend. De oorbellen stammen uit de klassiek Javaanse periode en werden gegoten door middel van de verloren was techniek. Daarna werden ze verder bewerkt.
44. Oorhanger in de vorm van een éénogig monster
Goud; Java, Indonesië; 700-1550; aankoop G. Tillmann; TM-1278-4
Deze oorhanger komt uit de Indo-Javaanse periode (700-1550). Hij is gemaakt in de vorm van een eenogige monsterkop met versieringen aan weerszijden, boven en beneden. Monsterkoppen of demonen boden bescherming tegen het kwade.
45. Oorsieraad
Goud; Java, Indonesië; 750-1550; aankoop G. Tillmann; TM-1771-12
Dit gouden oorsieraad bestaat uit een ring met 'schouders' waartussen ooit een vierkante steen was gezet. Boven de steen is een tijgerklauwmotief gevat in vier bloembladen. Tijgerklauwen stonden in de Indo-Javaanse periode symbool voor kracht en bescherming, en werden als talisman gedragen.
46. Oorhanger met krul- en bladvormige versiering
Goud; Oost-Java, Indonesië; 700-1550; aankoop G. Tillmann; TM-1278-5
Veel sieraden uit de Indo-Javaanse periode (700-1550) zijn aan de natuur ontleend.
47. Oorknoppen
Goud; Suriname; voor 1963; schenking Afdeling Tropische Producten van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT); TM-3290-207a, b
48. Haarspeld met gouden 5 dollar munt
Goud; Suriname; voor 1963; schenking Afdeling Tropische Producten van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT); TM-3290-213
49. Broche met fijn filigraanwerk
Goud; Curaçao; voor 1966; schenking Afdeling Tropische Producten van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT); TM-3602-97
50. Oorhanger met bloem
Goud; Curaçao; voor 1966; schenking Afdeling Tropische Producten van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT); TM-3602-100
51.Oorhanger
Goud; Curaçao; voor 1966; schenking Afdeling Tropische Producten van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT); TM-3602-98
52. Oorhanger
Goud; Curaçao; voor 1966; schenking Afdeling Tropische Producten van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT); TM-3602-99
53. Oorsieraden
Goud; Mexico; voor 1977; aankoop W.J.M.M. van Miert; TM-4324-52a/b
54. Dopring
Goud; Walcheren, Nederland; 1865; met dank aan Nederlands Openluchtmuseum
Op zondag en op feestdagen droegen welgestelde Zeeuwse vrouwen in Zeeland een brede dopring. De ring was onderdeel van de klederdracht.
55. Marker ’Akkelde’ ring
Goud; Marken, Nederland; 1787; met dank aan Nederlands Openluchtmuseum
Dit type ring komt in verschillende Nederlandse provincies voor en is de voorloper van de Zeeuwse dopring.
56. Oorringen
Goud; Walcheren, Nederland; 1859-1880; met dank aan Nederlands Openluchtmuseum Arnhem
Dit type oorringen worden ook wel 'snoekebek' of 'slangebek' genoemd. Op Walcheren werd dit type 'slangekop' genoemd.
57. Oorijzers
Goud; Zuid-Holland, Nederland; ca. 1900; met dank aan Nederlands Openluchtmuseum Arnhem
Oorijzers werden in heel Nederland gedragen. Ze dienden om een nauwsluitend mutsje op de plaats te houden. Hoewel de oorijzers in de grote steden uit de mode raakten, bleven ze tot in de 20ste eeuw onverminderd populair op het platteland. Er waren tal van variaties. Aan de oorijzers konden gouden krullen worden gehangen. Hoe rijker de vrouw, hoe groter de krullen.
58. Rouwklokken
Goud, git; Axel, Nederland; 1880-1900; met dank aan Nederlands Openluchtmuseum Arnhem
Deze rouwklokken waren onderdeel van de rouwkleding van vrouwen uit Axel. De rouwklokken werden aan de oorijzeruiteinden gehangen.
59. Oorbel met kotter
Goud; 2024; Nederland
Mannen uit Nederlandse vissersdorpen dragen al eeuwenlang gouden oorringen. Als een visserman verdronk en zijn lichaam spoelde aan, dan kon met de waarde van zijn gouden oorbel zijn begrafenis worden betaald. Vaak waren de initialen van de drager ingegraveerd, zodat men hem kon identificeren.
60. Oorijzer
H. Fliringa; goud; Zuid-Oost Friesland, Nederland; 1839; met dank aan Nederlands Openluchtmuseum Arnhem
In Groningen, Friesland en Drenthe is het oorijzer uitgegroeid tot helmformaat. Een mooie manier om te kunnen pronken. Er blinkt veel goud, maar de oorijzers waren wel dun. Dit oorijzer is gemaakt van 20-karaarts goud en weegt 71.3 gram.
61. Visser met gouden oorring
Foto; Nederland; 1880-1944; met dank aan Nederlands Openluchtmuseum Arnhem
62. Vrouwen met Noord-Bevelandse dracht
Foto; Nederland; 1956; met dank aan Nederlands Openluchtmuseum Arnhem
63. Göndschük (borstsieraad)
Goud, zilver, kornalijn; Afghanistan; 1880-1920; aankoop Baobab Aziatica; RV-5100-2
Dit is een göndschük of gursaktscha, een zeshoekige borstplaat die door Tekke-Turkmeense vrouwen werd gedragen. Aan twee ringetjes bovenaan kon de plaat aan een metalen draagband, een bukau, worden bevestigd. Deze borstplaten hebben een typische Tekke-stijl. Ze zijn gedeeltelijk verguld en versierd met kornalijnen. Kornalijn is een rode halfedelsteen waaraan magische afweer wordt toegedacht. Van alle Turkmeense groepen zijn vooral de Tekke beroemd vanwege de vormenrijkdom van hun sieraden. Het hoogtepunt van de productie lag in de negentiende eeuw, toen de Tekke-Turkmenen de rijkdommen die ze verdienden in de slavenhandel, voornamelijk in sieraden belegden.
64. Oorhangers in de vorm van een schild
Goud; Syrië; 200-300 n. Chr.; met dank aan Rijksmuseum van Oudheden
Deze gouden oorbellen moeten een mooie indruk hebben gemaakt, duidelijk zichtbaar onder donker haar of een hoofdbedekking. De vorm is die van een ovaalvormig schild op een naar onder smaller wordende ‘vlechtband’. Ze zijn gemaakt naar lokaal Syrisch ontwerp.
66. Broche met een hert met groot gewei
Goud; Darevka, Rusland; 600 v. Chr.; met dank aan Rijksmuseum van Oudheden
De Skythen vormden een nomadisch volk dat vanaf de 7e eeuw v. Chr grote delen van Zuid-Rusland bewoonde. In hun koningsgraven, koergans, wordt de status van de overledene benadrukt door de grote hoeveelheid grafgiften: paarden, strijdwagens, vrouwen en grote hoeveelheden goud symboliseren de rijkdom van de overledene. Het hier afgebeelde kunstwerkje laat een hert zien met een prachtig gestileerd gewei. De jachtcultuur van de Skythen, die teruggaat tot in de prehistorie, bleef een rol spelen in hun latere kunstuitingen.
67, 71. Precolumbiaanse hangers in de vorm van een kikker en masker
Goud; Quimbaya; Colombia; 1000-1400; aankoop Niels Halbertsma; TM-2731-1, -2
In de precolumbiaanse periode werden gouden objecten waarschijnlijk gewaardeerd door leiders van gemeenschappen in het gebied van we nu kennen als Colombia, vanwege hun sprankelende verschijning en eeuwige levensduur. Daarnaast konden ze ook gebruikt worden om kracht uit te stralen. Dit soort sieraden bestond bijvoorbeeld uit oorringen, hangers van mens- of dierfiguren en lippluggen.
68. Halssieraad
Goud; India, voor 1924; schenking Olga E.A.E. Wüste- Barones von Gotsch; TM-229-67a
69. Oorbellen, hanger en ring gemaakt met de filigraintechniek
Goud 18 karaat; Ivoorkust; 1970-1973; met dank aan Collectie Wereldmuseum Rotterdam; 7339-2 a,b, -4,-5
Deze sieraden zijn gemaakt door een lokale edelsmid die de filigraantechnieken waar de regio bekend om staat tot in de perfectie beheerst.
70. Paar armbanden
Goud, zilver; Kolkata, India; 19e eeuw; schenking Raja Sourindra Mohun Tagore; RV-651-36
71. zie 67. precolumbiaans
72. Oorsieraad
Goud; Quimbaya; Colombia; 1000-1400; aankoop Niels Halbertsma; TM-2731-5
73, 74 Neussieraad
Goud; Quimbaya; Colombia; 1000-1400; aankoop Niels Halbertsma; TM-2731-3,-4
Deze neusringen werden gedragen door mannen met een hoge status in de Quimbaya-cultuur. Op veel aardewerk zijn voorouderfiguren te zien dit soort gouden neusringen droegen.
75. Ring
Goud; India; laat 19de-vroeg 20e eeuw; Schenking van H.J. (Henk) van Eeuwijk; 7000-21
65, 76, 77. Souvenirs uit Mekka
Goud; Djedda, Saoedi-Arabië; 2015; met dank aan het Mondriaan Fonds;
7070,-10, -57, -7, -8,
Deze ringen en oorhangers zijn gemaakt als souvenir voor pelgrims die de bedevaart naar Mekka hebben verricht. Qua vormgeving en techniek hebben Indiase sieraden als inspiratiebron gediend.
78. Ring met robijnen
Meret Oppenheim (1913 - 1985); goud, robijn; Zwitserland; 1985; met dank aan Design Museum Den Bosch
Deze gouden ring van de Zwitserse kunstenares Meret Oppenheim bestaat uit een gouden plaatje met opstaande rand, waarbinnen 25 robijnen los rollen, achter een gouden gaaswerk. Als een kooitje waarin kostbaarheden gevangen zitten. Een typisch surrealistische omkering: in een juweel horen robijnen tenslotte te pronken en licht te vangen in een kostbare zetting.
79. Oorsieraden
Messing; verguld; Bamako, Mali; ca. 1993; RV-5746-92
80. Broche ‘Golden Baby’
Keith Haring (1958-1990); goud; Verenigde Staten; 1989; met dank aan Design Museum Den Bosch
Deze 'baby' is een veel gebruikt motief binnen het werk van Keith Haring. De universele beeldtaal van Haring viel in de smaak bij een groot publiek. Dit succes stimuleerde hij bewust door seriematig geproduceerd werk tegen een lage prijs op de markt te brengen. Vanwege de grote vraag opende hij in 1986 in New York de Pop Shop, waarvoor hij posters, T-shirts, buttons, broches en andere merchandising ontwierp.
81. Fede ring
Goud; Italië; 100-200 n. Chr.; met dank aan Rijksmuseum van Oudheden
Het gebruik van handen als symbool gaat terug tot het oude Rome, waar fede ringen als trouwringen werden gebruikt als contract tussen twee geliefden. De naam fede komt van de Italiaanse uitdrukking mani in fede (in geloof geklemde handen). Dergelijke ringen zijn de voorloper van onze trouwringen, die doorgaans een stuk soberder zijn.
82. Hanger in de vorm van een kikker
Goud; Costa Rica; ca. 1000-1520; met dank aan MAS - Museum aan de Stroom
Deze borstversiering zou een reuzenpad kunnen voorstellen die leeft in de gebieden van Costa Rica en Panama waar goud werd bewerkt. Bij deze pad zitten in klieren achter de ogen een krachtig gif. Mogelijk wordt in dit sieraad iets vergelijkbaars voorgesteld. Het gif, dat een sterke uitwerking op het centrale zenuwstelsel heeft, kon door sjamanen worden geoogst en bereid tot een drug voor ritueel gebruik.
83. Hanger ‘Areion’
Georges Braque (1882-1963); goud; Frankrijk; 1962; met dank aan Design Museum Den Bosch
Deze hanger en broche maken deel uit van de collectie sieraden die de kubistische kunstenaar Georges Braque tijdens zijn laatste twee levensjaren samen met meestergoudsmid Henri Michel Heger de Löwenfeld maakte. Braque hield niet van glanzend goud en Löwenfeld produceerde een gelaagde goudsamenstelling die een korrelig oppervlak opleverde. Het betekende een vernieuwing in de sieraadkunst, die veel navolging zou vinden.
84. Oorsieraad met bloemmotief
Goud; India; voor 1921; schenking Olga E.A.E. Wüste- Barones von Gotsch; TM-229-67b
85. Hanger ‘Tête Modern Art’
Max Ernst (1891-1976); goud, Frankrijk; 1974; met dank aan Design Museum Den Bosch
Uit het ontwerp van deze hanger blijkt de grote interesse van de surrealistische schilder en beeldhouwer Max Ernst voor niet-Europese volkskunst. Het eenvoudig gestileerde gezicht komt ook voor in zijn sculpturen. Max Ernst speelde een belangrijke rol in de surrealistische beweging in Parijs.
86. Armband met munten
Bladgoud, munten; Ottomaans; Libië of Zuidwest-Azië; voor 1889; aankoop Indisch Instituut; RV-2668-3015
Oorspronkelijk was dit geen armband: het is gemaakt uit halssieraden. Het oorspronkelijke halssieraad is van een type dat in de 19de eeuw wijdverbreid was in het Ottomaanse Rijk. Rijke vrouwen in de stad droegen een gouden sieraad, op het platteland werd vaak (verguld) zilver gebruikt.
87. Statussymbool
Matijs Korpershoek uitgevoerd door Pauline Barendse; goud; 2002; Nederland; met dank aan Design Museum Den Bosch
De zonnebril met massief gouden glazen is vooral een statussymbool. De bril kan op verschillende manieren gedragen worden: op het hoofd of het haar, shirt, of aan een koordje. De bril ontdaan van zijn oorspronkelijke functie krijgt op deze manier een andere, veredelde functie: die van sieraad.
88. Medaillon ‘Visage de faune’
Pablo Picasso (1881-1973); goud; Frankrijk; 1967; met dank aan Design Museum Den Bosch
Dit gouden medaillon toont een reliëf van het hoofd van een faun, een mythologisch figuur. Het ontwerp is door Pablo Picasso getekend en door de beroemde edelsmid François Hugo uitgevoerd. Hij bracht in de jaren vijftig en zestig ook sieraden van Jean Arp, Max Ernst en veel andere kunstenaars op de markt. Picasso kraste de tekening rechtstreeks in schijfjes was. De sieraden hebben daardoor eenzelfde directheid als zijn tekeningen. Door ze in goud te laten gieten ontstonden hangers met reliëf, enigszins herinnerend aan antieke munten.
89. Hanger ‘Compression de byoux’
César Baldaccini (1921 – 1998); goud; Frankrijk; ca. 1975; met dank aan Design Museum Den Bosch
Deze hanger is gemaakt van samengeperste gouden sieraden. Tussen het goud zijn verschillende edelstenen zichtbaar. Het sieraad is kenmerkend voor de manier van werken van César Baldaccini, een van de vertegenwoordigers van de kunststroming Nouveau Réalisme. Net als de kunstenaars van de Pop Art hielden de Nouveaux Réalistes zich bezig met alledaagse producten uit de maatschappij. Door deze bestaande producten te stapelen of te vervormen gaven zij hen een andere betekenis.
90. Oorsieraden Nagali (slang)
Goud; Rabari, India; voor 1992; aankoop van Koperberg B.V; TM-5446-2a/b
91, 93. Hangers ‘Madame’ en ‘Monsieur Abeille’
Jean Cocteau (1889 – 1963); goud; Frankrijk; 1960; met dank aan Design Museum Den Bosch
Deze hangers zijn ontworpen door beeldend kunstenaar en filmmaker Jean Cocteau. Hij was een veelzijdig kunstenaar die illustraties, tekeningen, posters, keramiek en sieraden maakte. Karakteristiek voor zijn werk zijn de gestileerde lijntekeningen. Hij maakte zijn eerste sieraden in de jaren dertig voor couturiers als Chanel en Schiaparelli. Deze sieraden werden in een oplage van 50 stuks vervaardigd door de Parijse goudsmid François Hugo, die samenwerkte met kunstenaars als Pablo Picasso, Max Ernst en Jean Arp.
92. Bril
Goud; Ivoorkust; aangekocht van F. Scensi; WM-76692